Heupletsel klant na val op vloer niet aan supermarkt toe te rekenen

Henk is in december 2018 met pensioen gegaan. Hij werkt nog een aantal dagen per week achter de bar van een saunacomplex in Heerhugowaard. 

 

Op 21 december 2018 heeft Henk een Vomar in Heerhugowaard bezocht teneinde inkopen te doen voor het saunacomplex. Het regende veel die dag. Henk is bij het verlaten van de winkel ten val gekomen en heeft daarbij een heupfractuur opgelopen, waarvoor een operatie noodzakelijk was. 

 

De ingang van de winkel is tevens de uitgang van de winkel. Bij de in/uitgang van de winkel bevinden zich schuifdeuren. Na de schuifdeuren bevindt zich een smalle strook tegels en daarachter ligt een permanente verdiepte droogloopmat. Op 21 december 2018 was direct na de permanente mat nog een extra droogloopmat op de vloer gelegd. 

 

Op het beeldmateriaal is te zien dat Henk bij het verlaten van de winkel in zijn linkerhand twee broden vasthoudt, terwijl hij met zijn rechterhand zijn autosleutel uit zijn zak haalt. Henk zet op datzelfde moment zijn rechtervoet (standbeen) schuin op de tegelstrook. De rechtervoet van Henk glijdt onder hem vandaan en hij komt ten val op zijn rechterheup. 

 

De aansprakelijkheidsverzekeraar van Vomar heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. 

 

(Op grond hiervan besluit Henk om Vomar te dagvaarden voor de rechtbank, red.)

Beoordeling door de kantonrechter

Aan de orde is de vraag of er sprake was van een gevaarzettende situatie waarvoor Vomar onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. 

 

Of sprake is van gevaarzetting moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval en de gezichtspunten die zijn gegeven in het ‘Kelderluikarrest’, de zogenoemde “Kelderluikcriteria”. Het gaat dan om de waarschijnlijkheid van onoplettendheid of onvoorzichtigheid van de ander, de kans dat daardoor een ongeval ontstaat, de ernst van de mogelijke gevolgen van zo’n ongeval en de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.

 

Ter zitting is het beeldmateriaal van de toedracht van het ongeval gezamenlijk bekeken. Vomar heeft toegelicht dat de looproute zo is dat bezoekers die de winkel verlaten de schuifdeuren schuin naderen. Op het beeldmateriaal is te zien dat er in de winkel in het verlengde van de permanente droogloopmat een extra droogloopmat is neergelegd. Onder de schuifdeuren zelf liggen geen matten. Ter zitting is toegelicht dat daar de tegelvloer niet kan worden bedekt, omdat anders de schuifdeuren niet meer open en dicht kunnen. 

 

Henk heeft op vragen van de rechtbank verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren of hij bij binnenkomst direct op de mat is gestapt of dat hij toen ook een voet op de strook tegelvloer heeft gezet. Hij benadrukt dat de looproute ervoor zorgt dat je bij het verlaten van de winkel schuin komt aanlopen. Bij het verlaten van de winkel keek Henk naar de man die hem tegemoet kwam en niet naar de vloer. 

 

De rechtbank stelt voorop dat Henk ten tijde van de val niet langer aan het winkelen was, maar dat hij op weg naar buiten was. Dit betekent dat hij niet werd afgeleid bij het zoeken naar producten die hij wilde aanschaffen.

 

Van Henk mocht bij het verlaten van de winkel dan ook een gemiddelde oplettendheid worden verwacht. 

Droogloopmat

Vomar heeft de dag van het ongeval een extra droogloopmat neergelegd. Henk is door dezelfde schuifdeuren naar binnengekomen en had deze droogloopmat bij binnenkomst derhalve kunnen waarnemen. De rechtbank is van oordeel dat het voor Henk voorzienbaar moet zijn geweest dat de tegelstrook tussen de schuifdeuren en de permanente droogloopmat vanwege de regenval nat zou kunnen zijn. Hier had Henk bij het verlaten van de winkel dan ook op bedacht moeten zijn. 

 

Vomar heeft gesteld dat het niet mogelijk is om een mat dichterbij de schuifdeuren te plaatsen in verband met het openen en sluiten van die deuren. Het kan Vomar derhalve niet worden aangerekend dat er geen mat over de betreffende tegelstrook lag. 

 

Evenmin kan van Vomar worden verwacht dat zij de tegelstrook tussen de schuifdeuren en de mat steeds volledig droog houdt. Dit betekent dat van Henk bij het verlaten van de winkel de nodige oplettendheid mocht worden verwacht. Het was voor Vomar niet voorzienbaar was dat op die plek een dergelijke valpartij zou plaatsvinden. Het valt Vomar dan ook niet te verwijten dat zij niet nog meer extra maatregelen heeft getroffen dan het plaatsen van een extra droogloopmat. bijvoorbeeld het plaatsen van waarschuwingsbordjes. Zodoende kan in het midden worden gelaten of dergelijke bordjes op dag van de valpartij bij de uitgang waren geplaatst. 

 

De rechtbank overweegt tot slot dat het enkele feit dat Henk ten val is gekomen niet tot aansprakelijkheid van Vomar kan leiden. Niet is gebleken dat het voorzienbaar of waarschijnlijk is dat een bezoeker van de winkel bij nat weer uitglijdt over de (smalle) tegelstrook tussen de schuifdeuren en de permanente mat en zodanig ten val komt dat daarbij zwaar letsel ontstaat. 

 

Zoals hiervoor reeds is overwogen mag bij nat weer in algemene zin de nodige oplettendheid en voorzichtigheid worden verlangd bij het betreden en verlaten van een winkel. Henk heeft ongelukkigerwijs, zonder op te letten waar hij liep, zijn standbeen schuin op de natte tegelstrook geplaatst, terwijl hij zijn beide handen vol had en zijn val daardoor niet kon breken. Nu Vomar hier naar het oordeel van de rechtbank geen rekening mee had hoeven te houden, is er sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden waarvoor niemand aansprakelijk kan worden gehouden. 

 

Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat hetgeen door Henk is gesteld onvoldoende is om het ongeval als onrechtmatige daad aan Vomar toe te rekenen. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De naam Henk is omwille van de leesbaarheid gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:8480&showbutton=true

 

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.