Factuur advocatenkantoor moet worden voldaan

 

Op 26 maart 2019 heeft op het kantoor van Schenkeveld Advocaten een gesprek plaatsgevonden tussen mr. A.I. Lunshof (als advocaat werkzaam bij Schenkeveld Advocaten) en Cor. 

 

In een brief van 29 maart 2019 bevestigde mr. Lunshof aan Cor dat hij haar heeft gevraagd om hem bij te staan in de financiële afwikkeling met zijn ex-partner. 

 

Schenkeveld Advocaten heeft aan Cor in rekening gebracht voor honorarium bij factuur van 24 april 2019 een bedrag van € 698,76, bij factuur van 23 mei 2019 een bedrag van € 819,23 en bij factuur van 24 juni 2019 een bedrag van € 1.191,03. 

 

(Aangezien Cor deze weigert te betalen, besluit Schenkeveld Advocaten Cor te dagvaarden voor het kantongerecht, red.)

 

Het verweer

 

Cor betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan.

 

De opdracht is niet verstrekt aan Schenkeveld Advocaten, maar aan mr. Lunshof, die gespecialiseerd echtscheidingsadvocaat is. Al na de eerste bespreking heeft mr. Lunshof de zaak overgedragen aan mr. Gorter, die specialist arbeidsrecht is. Mr. Gorter is niet capabel gebleken voor de zaak van Cor.

 

De opdrachten van Cor werden niet uitgevoerd en het eindresultaat was een schamele betaling, die zelfs de proceskosten niet dekte.

 

Cor heeft meermalen zijn beklag gedaan en de declaraties van Schenkeveld Advocaten betwist. Schenkeveld Advocaten heeft wanprestatie geleverd.

 

Beoordeling door de kantonrechter

Tussen partijen is niet in geschil dat die werkzaamheden daadwerkelijk zijn verricht door mr. Lunshof en mr. Gorter, beiden als advocaat werkzaam voor Schenkeveld Advocaten. Ook het in rekening gebrachte tarief wordt als zodanig niet door Cor betwist. Daarmee is het uitgangspunt dat Cor de facturen moet betalen.

 

Uit de brief van 29 maart 2019 blijkt inderdaad dat Cor aan mr. Lunshof heeft gevraagd om hem bij te staan. In diezelfde brief is echter ook uitdrukkelijk bevestigd dat de opdracht is verstrekt aan Schenkeveld Advocaten. Bovendien is de brief afgedrukt op briefpapier van Schenkeveld Advocaten, en is bij ondertekening van de brief door mr. Lunshof vermeld ‘namens Schenkeveld Advocaten N.V.’. Cor heeft daartegenover onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat niet Schenkeveld Advocaten maar mr. Lunshof zijn contractspartij is.

 

Cor heeft slechts aangevoerd dat het eerste gesprek op het kantoor van Schenkeveld Advocaten plaatsvond met mr. Lunshof, en dat mr. Lunshof een specialist en ‘zwaargewicht’ is op het gebied van echtscheidingen. Dit is echter onvoldoende om aan te nemen dat Schenkeveld Advocaten en Cor bij het sluiten van de overeenkomst hebben afgesproken dat de werkzaamheden door mr. Lunshof persoonlijk moeten worden verricht. Mogelijk was het de wens en bedoeling van Cor dat alleen mr. Lunshof zijn belangen zou behartigen, maar uit niets blijkt dat hij de opdracht op die uitdrukkelijke voorwaarde heeft gegeven, en dat Schenkeveld Advocaten daarmee akkoord is gegaan. 

 

Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat mr. Gorter blijkens de declaratiespecificaties direct vanaf 26 april 2019 betrokken is geweest bij de zaak van Cor, en dat zij ook bij herhaling telefonisch overleg met hem heeft gevoerd, terwijl niet is gebleken dat Cor daartegen destijds bezwaar heeft gemaakt. Cor stelt weliswaar dat hij bij een tussentijdse bespreking met mr. Lunshof erop heeft aangedrongen dat zij haar zaak behandelt, maar hij specificeert en onderbouwt deze stelling niet. 

 

In een e-mail van 19 augustus 2019, toen Cor niet meer werd bijgestaan door Schenkeveld Advocaten en hij werd aangemaand tot betaling van de openstaande facturen, uit Cor zijn ongenoegen over de financiële afwikkeling van zijn relatie, en schrijft daarbij aan mr. Lunshof: “Jammer dat JIJ niet mijn zaak hebt gedaan dan was het wellicht anders gegaan.” Ook hieruit blijkt niet dat de overeenkomst die Cor en Schenkeveld Advocaten zijn aangegaan inhoudt dat de opdracht specifiek door mr. Lunshof moest worden uitgevoerd.

 

Opdracht niet naar behoren uitgevoerd

 

Verder voert Cor aan dat Schenkeveld Advocaten de opdracht niet naar behoren heeft uitgevoerd. Als een partij van mening is dat de wederpartij haar verplichtingen onvolledig of ondeugdelijk nakomt, betekent dat op zichzelf niet dat die partij van de eigen betalingsverplichting is bevrijd. Deze partij zal óf de ontbinding van de overeenkomst moeten inroepen óf nakoming moeten verlangen óf een beroep moeten doen op verrekening van een eigen (schade)vordering. Cor heeft echter geen juridische conclusies verbonden aan zijn stelling dat de werkzaamheden niet correct zijn uitgevoerd. Wat van die stelling dus ook zij, het ontslaat Cor niet van zijn betalingsverplichting. 

 

Daarbij komt dat niet is komen vast te staan dat Schenkeveld Advocaten is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Cor heeft daartoe onvoldoende feiten en omstandigheden naar voren gebracht. Hij heeft niet concreet gesteld en toegelicht welke opdrachten niet zijn uitgevoerd, welke werkzaamheden Schenkeveld Advocaten (in de persoon van mr. Gorter) ondeugdelijk heeft verricht en wat precies van haar verwacht had mogen worden. Ook het feit dat Cor het eindresultaat teleurstellend vindt, doet niet af aan zijn betalingsverplichting. 

 

De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Schenkeveld Advocaten zal toewijzen. 

 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. In verband met de leesbaarheid zijn de naam Cor gefingeerd. De volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:6000&showbutton=true

 

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.