Opzegging arbeidsovereenkomst tijdens proeftijd

 

Een werknemer is voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij de werkgever. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van twee maanden overeengekomen.

 

Tijdens deze proeftijd is de arbeidsovereenkomst door de werkgever beëindigd.

 

De werknemer is van mening dat de opzegging pas nà de proeftijd heeft plaatsgevonden en vordert voor de kantonrechter een billijke vergoeding. 

 

Beoordeling door de kantonrechter

 

Uitgangspunt bij een nog niet verstreken proeftijd is dat zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang kunnen opzeggen.

 

De opzegging is vormvrij, en kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. 

 

Nog vòòr einde proeftijd heeft op 10 maart 2023 tussen partijen een videogesprek plaatsgevonden.

 

Naar het oordeel van de kantonrechter staat vast dat in dit gesprek aan de werknemer mondeling is medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd zou worden beëindigd en dat de werknemer zou worden doorbetaald tot en met 31 maart 2023. Dit heeft de werkgever op diezelfde dag per e-mail en gewone post bevestigd. 

 

Aan de tekst van de e-mail van de werkgever kan, ook naast de daarbij bijgevoegde brief, naar het oordeel van de kantonrechter geen andere uitleg worden gegeven dan dat de werkgever op 10 maart 2023 de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd heeft opgezegd en dat het dienstverband eindigde op de laatste dag van de proeftijd.

 

Op grond van de wet heeft de werkgever een bevoegdheid, en geen verplichting, om een arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen, zodat opzegging ook tegen het einde van de proeftijd kan plaatsvinden. 

 

Tijdig, binnen de proeftijd opgezegd

 

Uit het voorgaande volgt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst tijdig, binnen de proeftijd, heeft opgezegd. De werkgever heeft als reden voor de opzegging tijdens de proeftijd gegeven dat zij niet tevreden was met het functioneren, de houding en het gedrag van de werknemer.

 

Voor een inhoudelijke rechtmatigheidstoets van de reden voor ontslag is gelet op het doel van de proeftijd – in de eerste periode van samenwerking ruimte geven om op eenvoudige wijze afscheid van elkaar te nemen – geen plaats.

 

Tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, moet een dergelijke opzegging tijdens de proeftijd worden gerespecteerd. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is niet gebleken.

 

De stelling van de werknemer dat het proeftijdontslag verband zou houden met zijn destijds op handen zijnde rugoperatie of zijn kritiek ten aanzien van de veiligheid bij de werkgever, treft tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door de werkgever geen doel. Ook als de opzegging daarmee wel verband zou houden is gebruikmaking van de proeftijd nog niet zondermeer ongeoorloofd. 

 

Het verzoek van de werknemer tot toekenning van de billijke vergoeding zal gelet op het voorgaande worden afgewezen. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting. De volledige uitspraak is te vinden:  

 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:10866&showbutton=true&idx=25

   

Home

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06-46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.