Heeft de bank bij opzegging ondernemerskrediet gehandeld in strijd met haar bijzondere zorgplicht?

 

Deutsche Bank is met [gedaagde] overeengekomen dat Deutsche Bank aan [gedaagde] een krediet tot een maximumbedrag van € 105.000,-- zal verstrekken ten behoeve van de bedrijfsvoering van [gedaagde].

 

Aangezien [gedaagde] niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen, heeft Deutsche Bank de kredietovereenkomst opgezegd, en vordert voor de rechtbank betaling van € 54.541,18.

 

Beoordeling door de rechtbank

 

Partijen twisten over de (on)regelmatigheid van de opzegging van het krediet.

 

Volgens de toepasselijke algemene bepalingen kan Deutsche Bank het niet afgeloste gedeelte van het krediet terstond, en zonder dat enige sommatie of ingebrekestelling is vereist, opeisen wanneer de kredietnemer enige verplichting jegens Deutsche Bank niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt. Als onweersproken staat vast dat sprake was van overstanden en dat [gedaagde] geen inzage kon geven in zijn financiële gegevens. Hierdoor is [gedaagde] zijn verplichtingen jegens Deutsche Bank niet nagekomen. In beginsel mocht Deutsche Bank zonder ingebrekestelling opzeggen en de gehele schuld terstond opeisen.

 

Dit neemt niet weg dat Deutsche Bank zich moet gedragen volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid waarbij van belang is dat volgens vaste jurisprudentie op een bank een bijzondere zorgplicht rust in verband met haar maatschappelijke functie. Deze bijzondere zorgplicht houdt in dat een beëindiging van een krediet als hier aan de orde moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

 

Deutsche Bank stelt dat haar redenen om het krediet op te zeggen zijn verwoord in een intern overdrachtsformulier van Deutsche Bank aan Solveon Incasso N.V.

 In dit formulier is onder meer vermeld:

“(…) overstanden komen geregeld voor, ondernemer overweegt faillissement aan te vragen. BKR laat achterstanden zien. Aanzuivering kan niet op korte termijn plaatsvinden. Inzage in financiële gegevens is er ook niet. Cijfers worden niet opgesteld (…) ”

 

[gedaagde] heeft de inhoud van het formulier niet betwist, waardoor de daarin genoemde omstandigheden vast staan. Partijen twisten over de vraag hoe vaak deze omstandigheden door Deutsche Bank met [gedaagde] zijn besproken.

 

Gesprek

 

[gedaagde] stelt dat hierover slechts één gesprek bij Deutsche Bank heeft plaatsgevonden. Uit een brief blijkt echter dat Deutsche Bank ook telefonisch met [gedaagde] heeft gesproken over het niet voldoen aan de kredietovereenkomst, hetgeen daarna per brief is bevestigd.

 

Gelet op voornoemde omstandigheden en in het bijzonder de mededeling van [gedaagde] aan Deutsche Bank dat hij overwoog zijn faillissement aan te vragen, is de opzegging niet zoals [gedaagde] aanvoert ‘als donderslag bij heldere hemel’ gekomen.

 

Deutsche Bank heeft [gedaagde] na de opzegging in de gelegenheid gesteld een betalingsregeling te treffen. De openstaande schuld is dus niet ineens opgeëist. [gedaagde] heeft gedurende twee jaar uitvoering gegeven aan de betalingsregeling, waarmee de vordering bovendien impliciet is erkend.

 

Pas nadat de betalingsregeling door [gedaagde] niet meer werd nagekomen, zijn woning te koop werd aangeboden en er opnieuw over een mogelijk faillissement van [gedaagde] werd gesproken, heeft Deutsche Bank beslag laten leggen op de woning van [gedaagde] en onderhavige procedure geëntameerd.

 

De slotsom van het voorgaand luidt dat, gelet op alle omstandigheden van het geval, Deutsche Bank geldig van haar opzeggingsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Niet kan worden geconcludeerd dat de opzegging een tekortkoming of onrechtmatig handelen van Deutsche Bank oplevert.

 

Uit het voorgaande volgt dat het restant van de schuld ingevolge het krediet, opeisbaar is. Nu de hoogte van de vordering niet is betwist, ligt deze voor toewijzing gereed.

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2013:10732

 

 

Home 

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.