Niet tijdige griffiebetaling heeft ontslag van instantie tot gevolg


Bij een gerechtelijke procedure is de eisende partij griffierecht verschuldigd en

dient er voor te zorgen dat deze gelden binnen vier weken zijn bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient. 

Tijdens een procedure voor de rechtbank Utrecht heeft de griffier geconstateerd dat de eisende partij het griffierecht niet tijdig heeft voldaan en hem aangeschreven om te reageren op het feit dat er niet tijdig is betaald.

 

In reactie hierop voert de eisende partij aan dat het griffierecht, hoewel per abuis overgemaakt naar het rekeningnummer van de rechtbank te Leeuwarden, tijdig betaald is. 

 

Ook geeft hij aan dat indien de rechtbank van oordeel zou zijn dat het griffierecht niet tijdig betaald is, er als gevolg van ontslag van instantie sprake zou zijn van een ´onbillijkheid van overwegende aard´, nu de zaak dan opnieuw zou moeten worden aangebracht en dit tijdverlies oplevert. 

 

Dit te meer nu gedaagden tot op heden geen proceshandelingen hebben verricht en geen belang zouden hebben bij ontslag van instantie.


Oordeel rechtbank

 

Nu de rechtbank te Utrecht het verschuldigde griffierecht niet tijdig heeft ontvangen, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van niet tijdige betaling van het griffierecht door de eisende partij. 


Het feit dat de eisende partij het verschuldigde griffierecht aan de rechtbank te Leeuwarden heeft overgemaakt, en er sprake is van een menselijke fout van de eisende partij, doet daar niet aan af. Ook het na afloop van de betalingstermijn alsnog aan de rechtbank Utrecht betalen van het griffierecht doet niet af aan de constatering van niet tijdige betaling.

 

Verder merkt de rechtbank op dat het genoemde tijdverlies als gevolg van het opnieuw aanbrengen van de zaak een beoogd gevolg van de wetgever is bij niet tijdige betaling van het griffierecht door de eisende partij. 

 

De door de eisende partij aangevoerde argumenten kunnen dan ook niet tot de conclusie leiden dat het verbinden van gevolgen aan de niet tijdige betaling een `onbillijkheid van overwegende aard´ oplevert. De niet tijdige betaling van het griffierecht moet derhalve leiden tot ontslag van instantie, hetgeen betekent dat de procedure niet inhoudelijk wordt voortgezet, met veroordeling van de eisende partij in de kosten. 

 

De hierboven weergegeven casus is een samenvatting, de volledige uitspraak is te vinden via de onderstaande link met rechtspraak.nl:  

 

 

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBUTR:2012:BY5334

 

 

Home

 

Wilt u meer weten over het bovenstaande onderwerp, of heeft u andere vragen aan Schölvinck-Incasso? Dan kunt u mij bereiken via 06 - 46 40 63 26, of gebruik het formulier hieronder om contact met mij op te nemen. U krijgt binnen 24 uur een reactie op uw e-mail.

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.